Iedere patiënt die betrokken is geweest bij een verkeersongeval of een val van enige hoogte dient als polytraumapatiënt te worden beschouwd totdat het tegendeel bewezen is. Ook de patiënten met een Revised Trauma Score (RTS) < 12 of een Injury Severity Score (ISS) > 15 zijn polytraumatisees.
Patiënten met slechts één letsel doch in combinatie met meer dan 20% 2e of 3e graads verbranding (kinderen 15%) dienen ook als een polytraumapatiënt te worden beschouwd.
Bij aankomst van de patiënt
Traumateam moet dan reeds aanwezig zijn:
- Arts assistent chirurgie/chirurg
- Anaesthesioloog
- anesthesieassistent
- 2 SEH verpleegkundigen
- radioloog
- Röntgenlaboranten
Bij kinderen de kinderarts waarschuwen.
Bij zwangeren gynaecoloog waarschuwen.
Bij verdenking op neurologisch letsel de neuroloog waarschuwen.
Verdeling van de werkzaamheden bij de opvang van een Multi traumapatiënt wordt hieronder in schema weergegeven.
Arts-assistent chirurgie, chirurg, sein – Algemene leiding |
Anesthesioloog – Overdracht ambulance verpleegkundigen |
Neuroloog – Neurologisch onderzoek, Glasgow Coma Scale |
Zorgcoördinator SEH – Ontvangt melding CPA |
Verpleegkundige I – Assistentie chirurgie |
Verpleegkundige II – Assistentie anaesthesiologie |
Röntgenlaboranten – Röntgenonderzoek volgens schema |
Radioloog – Echografie buik |
Intensivist – In consult bij mogelijke IC indicatie |
Bij binnenkomst:
- 1.Eerste screening en resuscitatie volgens ABC schema en immobiliseren CWK
- 2.Kort neurologisch onderzoek (D)
- 3.Algeheel onderzoek (E)
Iedere patiënt die betrokken is geweest bij een verkeersongeval of een val van enige hoogte dient als polytraumapatiënt te worden beschouwd totdat het tegendeel bewezen is. Ook de patiënten met een Revised Trauma Score (RTS) < 12 of een Injury Severity Score (ISS) > 15 zijn polytraumatisees.
Patiënten met slechts één letsel doch in combinatie met meer dan 20% 2e of 3e graads verbranding (kinderen 15%) dienen ook als een polytraumapatiënt te worden beschouwd.
RTS score. De Revised Trauma Score is een graderingsysteem voor het beoordelen van de ernst van een ongeval bij het eerste contact (voor ambulanceverpleegkundigen op straat, voor artsen in de shockroom). Bij de beoordeling van de RTS staan drie parameters centraal: de ademfrequentie, de systolische bloedruk en de Glscow coma scale. De score bestaat uit de Glascow comascale, herleid tot de vijfpuntsschaal van de RTS, en de metingen van de cardiale en pulmonale functies. Elke van de drie parameters wordt weergegeven door een getal (hoog voor een normale en laag voor een gestoorde functie). De ernst van het ongeval wordt geschat door de verkregen getallen op te tellen. De slechtste score is 1, de beste 12. Een RTS score van 12 geeft aan dat de vitale functie (nog) niet verstoord zijn; na enige tijd dienst de RTS opnieuw gescoord te worden.
Revised Trauma Score | Punten |
Ademhalings frequentie ( in 15 sec x 4) | 10-29 / min 4 > 30 / min 3 6 – 9 / min 2 1 – 5 1 geen 0 |
Systolische bloeddruk | > 90 mm 4 76 – 89 mm 3 50 – 75 mm 2 1 – 49 1 Geen 0 |
E = actief openen van de ogen Spontaan 4 | |
M = motorische reactie aan de armen Opdrachten uitvoeren 6 | |
Systolische bloeddruk | V = verbale reactie Georienteerd 5 |
Glascow coma scale | Totale score GCS 13-15 4 |
Totale trauma score 0-12 | |
TEVENS NAAST ABC | . |
Vitale tekenen (bewustzijn, pols, tensie) Maagsonde (cave aangezichts/schedelfractuur,dan oraal) Uineproduktie (blaascatheter na X-bekken en RT) Temperatuur ECG (thoraxletsel!) Pols oxymeter Arteriële bloedgassen Uitademings pCo2 (bij intubatie) |
“EEN VINGER EN/OF SLANG IN ELKE LICHAAMSOPENING” |
Röntgenonderzoek/ echografie: | . |
In principe altijd, tenzijn klinisch volledig onverdacht, heldere patiënt en geen ernistige letsels. X-CWK A-P + lateraal (zie ook protocol x cwk ) X-thorax AP X-bekken AP | Vervolgens bij: |
Echografie abdomen Bij iedere patiënt met bewustzijnsstoornis Bij iedere patiënt met verdenking op buikletsel Bij verdenking vrij vocht in de buik Bij overplaatsing (transport) | |
Specifieke opnamen CT-scan Acetabulum fractuur:CT-scan Aangezichtsfractuur: 30°, 45° en 60° zygoma opnamen Urethracq blaasletsel: urethrografie (7 fr cath), CTscan; zie protocol verderop CT schedel +CWK : bij verdenking schedelhersenletsel CT-abdomen bij verdenking intra abdominaal letsel – Angiografie: diagnostisch (aortaof arterie letsel) of therapeutisch (embolisatie) | Beeldvormend onderzoek schedel Niet bij elke patiënt behoeft beeldvormend onderzoek verricht te worden. Het nut van overzichtsfoto’s van de schedel als screening is zeer beperkt. Overzichtsfoto’s van de schedel zijn zeker niet nodig als tevoren al vaststaat dat een CT scan van het hoofd gemaakt gaat worden. Zie protocol Neurologie. |
CT-scan CWK De indicaties voor het maken van een CT-scan incl MPR (= Multiple Plane Reconstruction) van cervicale wervelkolom zijn: Afwijkingen op de röntgenfoto Klinische verdenking Onvolledige röntgenfoto’s. | Echografie thorax Aantonen haemopericard-, myocardletsel. In overleg met cardioloog. Angiografie Aantonen vaatletsel (aorta), embolisatie (bloeding bekken vaten). |
Herbeoordeling:
Na de eerste screening volgt onmiddellijk/tegelijkertijd de resuscitatie. Daarna gaat men over tot algeheel onderzoek. Steeds dient men daarbij de vitale functies opnieuw te beoordelen (ABC-schema) om evt. veranderingen in de vitale functies tijdig te onderkennen.
Het missen van letsels bij een polytraumapatiënt en patiënten met een verminderd bewustzijn kan worden beperkt door het lichamelijk onderzoek op de dag na het ongeval nogmaals geheel te verrichten.
1. Onderzoek van een niet volledig ontklede patiënt.
2. Behandeling van fracturen, terwijl meer levensbedreigende letsels blijven bestaan.
3. Onderschatting van de verloren gegane hoeveelheid bloed.
4. Onvoldoende evaluatie van de neuro-vasculaire status van de gelaedeerde extremiteit.
5. Onvoldoende spalken van een extremiteit voor het röntgenonderzoek.
6. Niet beschouwen van iedere wervelfractuur als instabiel tot het tegendeel bewezen is.
7. Niet volledig fotograferen van een gebroken bot, inclusief de aangrenzende gewrichten.
8. Vergeten dat de meeste bandletsels niet op een röntgenfoto te zien zijn.