Behandel onderbeenfracturen bij kinderen in principe conservatief aangezien consolidatie vrijwel altijd optreedt en het vermogen tot remodellering groot is
Reponeer de onderbeensfractuur (op de afdeling SEH of op de OK) bij forse angulatie (>10 tot 15 graden bij kinderen jonger dan 10 jaar en >5 tot 10 graden bij kinderen vanaf 10 jaar) of sterke dislocatie (meer dan 50% schachtbreedte) en behandel dan primair met bovenbeensgips en controleer radiologisch de stand.
Behandel bij voorkeur een onderbeenfractuur met een periode van 3 weken bovenbeensgips, gevolgd door 3 weken onderbeenloopgips.
Controleer de stand van de conservatief behandelde onderbeensfractuur altijd na 7 tot 10 dagen met een röntgenfoto; overweeg bij de gipsbehandeling de mogelijkheid van poliklinisch “wiggen “van het gips bij toegenomen angulatie.
Probeer bij de conservatieve behandeling van onderbeensfracturen bij kinderen vooral rotatiefouten van de tibia te voorkomen; deze zullen moeizamer door de natuur gecorrigeerd worden dan valgus, varus, antecurvatie en recurvatie.
Overweeg osteosynthese van de onderbeensfractuur bij kinderen als de dislocatie van de tibia niet stabiel te reponeren is, waarbij niet minimaal 50% contact te behouden is. Dit geldt nog sterker voor kinderen boven 10 jaar.
Kies bij instabiliteit van de onderbeensfractuur eventueel voor osteosynthese van de tibia, waarbij bij kinderen primair gekozen wordt voor het gebruik van Elastic Nails (ESIN); bij voorkeur worden twee gekruiste pennen vanaf proximaal ingebracht in de tibia, gevolgd door 2 tot 3 weken onderbeengips.
Gebruik osteosynthese van de tibia met een intramedullaire mergpen (grendelpen) zeer terughoudend bij kinderen; alleen bij instabiele dwarse fracturen bij oudere tieners kan hiervoor gekozen worden.
Gebruik osteosynthese van de tibia met plaat en schroeven zeer terughoudend bij kinderen.
Gebruik osteosynthese van de tibia met een fixateur externe alleen in bijzonder gevallen bij een instabiele open onderbeensfractuur bij kinderen.