A. Onderkoeling: Lichaamstemperatuur
Onder hypothermie wordt verstaan een centrale of kern temperatuur van kleiner dan 35° C. De perifere temperatuur is meestal 2-4 ° C lager dan de centrale temperatuur. Dit verschil kan echter veel groter worden door exogene factoren
• 35- 33 ° C milde hypothermie
• 33 – 28° C matig ernstige hypothermie
• <28° C ernstige hypothermie
B. Verdrinking:
– Adem- en circulatiestilstand
– Extreme hypoxie en acidose
(= wijde pupillen)
Opvang
Indien patiënt geaccepteerd kan worden, zorg voor een warme ontvangst:
- Temperatuur patiëntkamer dient verhoogd te worden: 24 °C
- Plaats warm water matras en zet deze aan (instelling 40 °C)
- Meet de centrale temperatuur
Voorkom verder warmte verlies bij een hypothermie patiënt:
- Verwijder koude of natte kleding
Overleg met chirurg
bij hart of ademstilstand:
Reanimatieteam alarm.
Oorzaken van accidentele hypothermie
Toegenomen warmteverlies
Klimaatomstandigheden
Huid afwijkingen
- Brandwonden
- Dermatitis
- Psoriasis
Vasodilatatie
- Alcohol
- Drugs (phenothiazines)
Iatrogeneen
- Heat stroke behandeling
- Koude omgeving (operatiekamer) in combinatie met vasodilatatie door algehele en/of locoregionale anesthesie
Afgenomen warmte productie Endocriene stoornissen
Hypopituitarisme
Hypothyroidie
Hypoadrenalisme
Afgenomen metabolisme door algehele anesthesie
Tekort aan brandstof
Hypoglycemie
Anorexia nervosa
Malnutritie
Extreme inspanning
Neuromusculaire inefficiëntie
Extremen in leeftijd
Inactiviteit
Verminderd vermogen tot rillen
Inadequate thermoregulatie
Perifere dysfunctie
Neuropathie
Dwarslaesie
Diabetes
Locorégionale anesthesie
Centrale dysfunctie
- CNS bloeding/ trauma
- CVA
- Drugs
- Sedativa
- Alcohol
- Tricyclic antidepressiva
- Morfinimimetica
- Anesthetica
- Neoplasie
- Ziekte van Parkinson
- Anorexia nervosa
Overige aandoeningen
- Sepsis
- Pancreatitis
- Carcinomatosis
- Uremie
- Giant cell arteritis
- Sarcoidose
- Psychiatrische stoornissen
- Ziekte van Alzheimer
Centrale Temp(° C) | Uitwendig zichtbaar | Neurologisch (onderzoek) | Andere kenmerken |
MILD (33- 35 ° C ) | |||
38 | | | |
MATIG ERNSTIG (28- 33 ° C ) | |||
32 | Rillen praktisch verdwenen Extreme spier rigiditeit | Pupillen gedilateerd Diepe peesreflexen afwezig | Aritmieën; J-golf ECG |
ERNSTIG (< 28 ° C ) | |||
26 |
|
| Groot risico op VF; minimale cardiale activiteit |
Behandeling
A. Temperatuur :
Opwarm strategieën
- Kies voor de minst invasieve methoden van opwarmen indien effectief, bij onvoldoende effect strategie aanpassen.
- Kies voor de methoden waarvan u de techniek beheerst.
Passieve opwarming
- Verhoog de ruimte temperatuur (24 ° C)
- Patiënt goed isoleren met dekens
- Patiënt laten rillen
- Warme dranken geven
- Dien de patiënt zuurstof toe, bij voorkeur bevochtigd en verwarmd
Actieve externe opwarming
- Verhoog de ruimte temperatuur (24 ° C)
- Plaats een warmwater matras onder de patiënt (instelling 40 ° C)
- Maak gebruik van een warme lucht circulatie deken (instelling maximale warmte): warm-air® of Bear hugger® of van een warmtehemel (Aragona®) boven de patiënt
- Gebruik een warmtehemel bij verrichtingen aan de patiënt (lijnen prikken)
- NB: plaats de warmtetoediening centraal: ter hoogte van de thorax en abdomen van patiënt
- Alle infuusvloeistof verwarmd toedienen via infuusverwarmer
- Bij beademing gebruik maken van actieve bevochtiging en verwarming beademingslucht
- Gebruik oesophagusverwarmer (van OK of SEH)
Actieve interne opwarming
- Cardio Pulmonale Bypass (hart-longmachine) op de operatiekamer bij patiënten met circulatiestilstand
- Niet in aanmerking komen patiënten met-
- temperatuur > 33 ° C
- ernstig neurotrauma
- ernstig multitrauma
- temperatuur < 13,7 ° C
- Veno-veneuze opwarming (CVVH apparatuur + infuusverwarmer) Ultrafiltratie-modus, bloedflow 200 ml/ minuut, geen volume onttrekken. Gebruik maken van citraat antistolling.
- Hemodialyse apparatuur
- Lavage maag (met lavagesonde met trechter zoals bij maagspoelen bij intoxicatie) met warm water van 41-42 ° C (kraan + thermometer)
B. Reanimatie
A en B : – blijf resusciteren totdat lichaamtemperatuur van >35 is.
Verdere behandeling
Intubatie en beademing
Streef naar een langzame correctie van de pH naar 7,40 via beademing en ruime vulling. In principe geen natriumbicarbonaat toedienen bij hypothermie.
Infuus
Cristalloïde en eventueel Colloïde oplossingen. (géén glucose oplossingen, géén grote hoeveelheden Ringers lactaat/ Hartman lactaat oplossing). Door vasodilatatie bij opwarmen zal patiënt ruime vocht infusie nodig hebben.
Vaatverwijding
Indien de patiënt 2 graden is opgewarmd of een temperatuur van > 32° C heeft start vaatverwijdende medicatie, bijvoorbeeld: Ketanserin 4 mg/ uur of Nitroglycerine 2 mg/uur en overweeg gebruik van positieve inotropie (dopamine of dobutamine). Maak eventueel gebruik van CO meting.
Sedatie
Sedatie diepte afhankelijk van co-morbiditeit. Bijvoorbeeld bij patiënten met coronair lijden kan hevig rillen ischaemie induceren, dus zonodig dieper sederen.
Sputumkweek en bloedkweek afnemen, altijd voor start Antibiotische therapie.
- Start SDD als patiënt beademd wordt
- Overweeg te starten met antibiotica IV bij een patiënt met een verminderd bewustzijn en/of bij verdenking op aspiratie of andere infectie.