Skip links

Middengezicht fractuur

Het onderscheid van Le Fort fracturen is van therapeutisch belang in verband met de wijze van behandeling. Het herkennen van een middengezichts- of bovenkaakfractuur is vooral van belang.

Le Fort I fractuur
Horizontaal verlopende fractuur van de bovenkaak, waarbij breukvlak boven wortelpunten van de gebitselementen, over de neusbodem, onderste deel kaakholten en caudale deel linker en rechter processus pterygoideus verloopt.

Rontgenonderzoek: symmetrische neusbijholteopname volgens Waters of Lilienfeld (Tschebull), laterale schedel, CT-onderzoek met driedimensionale reconstructie is het meest geschikt. 


Le Fort II fractuur
Fractuur van de nasomaxillaire complex die een piramidevorm heeft (piramidefractuur). De fractuur verloopt door de sutura nasofrontalis, beiderzijds door het traanbeen, mediale deel van de orbitabodem, margo infraorbitalis (meestal door foramen infraorbitale), laterale wanden kaaktholten en halverwege door processus pterygoideus. Er is dus sprake van een fractuur van bovenkaak en neus.


Le Fort III fractuur
Sprake van volledige scheiding van aangezichtsskelet (neus, beide jukbeenderen en bovenkaak) en de schedelbasis. Factuur verloopt door de sutura nasofrontalis, mediane, caudale en laterale orbitawanden, sutura zygomaticofrontalis, arcus zygomaticus en basis van processus pterygoideus. Er is dus sprake van een fractuur van bovenkaak, neus, orbitae en jukbeenderen.


Mogelijke symptomen
Mobiliteit van maxilla/naso-orbitomaxillaire comples t.o.v. schedel (bimanueel checken: 2 vingers van hand tpv glabella/paranasale gebied en 2 vingers andere hand omvatten de processus alveolaris van het bovenfont), oncclusiestoornis, bewegingsbeperking mandibula, monocle/subconjunctivaal hematoom, uitval sensibiliteit n. infraorbitalis, epitaxis, diplopie, dubbelbeelden, enophthalmus, hematosinus, liquorroe, botsteps palpabel glabella, margo infraoribitalis, laterale orbitaranden en crista zygomatico-alveolaris.